Gesloten visseizoen
- Snoek: van 1 maart tot aan de laatste zaterdag van mei (IJsselmeer: tot en met 30 juni).
- Barbeel, kopvoorn en winde van 1 april tot en met 31 mei.
- Snoekbaars en baars*: van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei (IJsselmeer: tot en met 31 mei)**.
- Beekforel: van 1 oktober tot en met 31 maart.
- Elft, fint, kwabaal, meerval, serpeling, sneep, zeeforel, zalm, zeeprik en vlagzalm: het hele jaar.
- Rivierprik: van 1 november tot en met 31 januari en van 1 maart tot en met 30 april.
-> Bekijk hier alle vissoorten in onze online vissengids
* voor baars kleiner dan 22 cm. geldt, behalve voor het IJsselmeer, een uitzondering. In art. 7 van het “Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985” is namelijk bepaald dat degene die het recht heeft om met de hengel te vissen een onbeperkt aantal ondermaatse baarzen in bezit mag hebben op voorwaarde dat de baarzen levend worden bewaard in een leefnet of emmer en levend in hetzelfde water worden teruggezet.
** op grond van art. 5c van de “Uitvoeringsregeling visserij” geldt de gesloten tijd weliswaar tot en met 31 mei maar op basis van art. 61 van de “Uitvoeringsregeling visserij” geldt er een vrijstelling vanaf de laatste zaterdag van mei.
Graskarper moet vanwege zijn speciale functie altijd worden teruggezet. Deze vissoort wordt uitgezet om overtollige plantengroei in het water te beteugelen.
N.B. een visrechthebbende kan als voorwaarde in de schriftelijke toestemming een langere gesloten periode vaststellen voor bepaalde vissoorten. Uiteraard mag de visrechthebbende de wettelijke gesloten periode niet inkorten omdat dat in strijd met de wet zou zijn.
Gesloten tijd aassoorten voor de hengel
Op grond van art. 6 van het “Reglement voor de binnenvisserij 1985” in combinatie met art. 61 van de “Uitvoeringsregeling visserij” geldt er van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei (voor het IJsselmeer: van 16 maart tot en met 30 juni) een wettelijk verbod om in het Nederlandse binnenwater te vissen met een hengel met de volgende aassoorten:
- een dood visje;
- een stukje vis (ongeacht hoe groot);
- slachtproducten;
- alle soorten kunstaas, met uitzondering van kunstvliegen kleiner dan 2,5 cm.
Het verbod geldt op grond van het tweede lid van art. 6 van het “Reglement voor de binnenvisserij 1985” niet voor het vissen in de wateren van Walcheren, Schouwen-Duiveland, Tholen en Noord-Beveland, in het kanaal van Zuid-Beveland, in de Haven van Goes, in het Veerse Meer en het Grevelingenmeer en in de met die meren in open gemeenschap staande inhammen, kreken, spranken, killen en gaten.